Opwijk,
14 september 2014
College van Burgemeester en
Schepenen van de gemeente Opwijk
Gemeentehuis
1745 OPWIJK
Mijnheer de burgemeester,
Mevrouwen en heren schepenen,
Betreft: |
behoud van graven van
de oud-strijders 1914-1918 |
Op de gemeentelijke begraafplaatsen (centrum, Mazenzele en
Droeshout) is aangeduid dat de grafstenen van de vervallen en
niet-hernieuwde grafconcessies vanaf 15 september e.k. eigendom
worden van het gemeentebestuur en ambtshalve zullen verwijderd
worden.
Op elk
van deze begraafplaatsen bevindt zich ten minste één
grafsteen van een oud-strijder 1914-1918:
- |
op de begraafplaats aan de Ringlaan:
Jules Chomé (° 1848 - † 1941, Ere-Substituut Auditeur
Generaal, Oorlogskruis 1914-1918, IJzermedaille,
Herdenkingsmedaille, Overwinningsmedaille, 8
Frontstrepen,...) |
- |
op de begraafplaats van Mazenzele:
Frans Meert (° 1892 - † 1980) |
- |
op de begraafplaats Droeshout:
Benoit Willems (° 1891 - † 1957) |
Geen
enkele van de hiervoor opgesomde concessies is verwaarloosd.
Wellicht liggen er op deze begraafplaatsen nog andere graven
van oud-strijders waarvan de opruiming van de grafsteen nu wordt
vooropgesteld. Uw gemeentelijke diensten beschikken zeker over
de nodige informatie (o.m. de gegevens van begravingen onder
grafstenen die nu praktisch onleesbaar zijn).
Wij kunnen ons niet voorstellen dat uw gemeentebestuur, nu
juist in de herdenkingsjaren WO I, zou beslissen om deze
grafstenen (en graven) van oud-strijders effectief zomaar op te
ruimen.
Hierbij vragen
en pleiten wij voor een passende en eerbare oplossing voor
alle graven van oud-strijders 1914-1918.
Het feit dat de betrokken graven niet gelegen zijn op het
ereperk mag o.i. geen enkel verschil uitmaken voor het respect
en waardering die onze gemeenschap dient op te brengen
voor alle oud-strijders, dus ook voor deze waarvan hun
graf nu bedreigd wordt.
De families van de
betrokken mensen hadden indertijd, enkele decennia geleden,
zeker wel goede argumenten om hun afgestorvene niet op het
erepark te laten begraven (kosten, familiegraf, persoonlijke
redenen,...).
Blijkbaar heeft de
familie zelf van de hier begraven oud-strijders geen hernieuwing
van de concessie gevraagd. Maar bestaat er, vele decennia na het
overlijden, nog betrokken familie van de overledene? En werd
zij, ook deze die niet meer in de gemeente woont, wel effectief
op de hoogte gesteld van de nakende ontruiming?
Wij menen dat de
Opwijkse gemeenschap, hierin vertegenwoordigd door het
gemeentebestuur, zelf haar verantwoordelijk dient te nemen ten
aanzien van deze oud-strijders.
Een oplossing zou kunnen zijn dat uw bestuur
nu beslist dat de Opwijkse gemeenschap (gemeente Opwijk) de
betrokken grafconcessies overneemt (vernieuwt). Dergelijke
procedure is trouwens voorzien in het decreet op de
begraafplaatsen en de lijkbezorging.
Met hoogachting,
Het kernbestuur van Heemkring
Opwijk-Mazenzele.
|